
Louis Couperus – Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan
Uitgever: Brilliant Books - grootste werken (eenmalige uitgave) 2004
Aantal pagina’s: 254
Genre: thriller en detective
Samenvatting
Met de ‘oude menschen’ in de titel worden grootmoeder Ottilie, meneer Takma en dokter Roelofsz bedoelt. Deze drie mensen torsen hun hele leven een afschuwelijk geheim met zich mee: Ottilie en Takma hebben Otillies man Dercksz vermoord. Zij denken zelf dat ze het geheim altijd goed verborgen hebben gehouden. Echter, iedereen in de uitgebreide familie heeft zo zijn eigen ideeën en allerlei mensen komen via allerlei weggetjes dingen te weten. Maar al weten de nieuwsgierigen van de familie een hoop, er wordt nooit over gesproken.
Verwerkingsopdracht: stroming
Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan behoort tot het naturalisme.

In de naturalistische boeken wordt de werkelijkheid erg nauwkeurig beschreven. Geen metafysische of symbolische elementen: het moest duidelijke taal zijn zonder al te veel poespas. Dit werd gebruikt om de geloofwaardigheid van de realiteit beter weer te kunnen geven. Wel is er veel aandacht voor de gedachten en emoties van de personages. Een ander kenmerk is de somberheid van de hoofdpersonen. Het naturalisme is een vrij sombere stroming, de hoofdpersonen zijn vaak nerveus, zwak of ziek. Lot (Charles Pauw, de zoon van de tweede Ottilie) zegt letterlijk vaak dat hij een zwak gestel heeft, hij is daarbuitenom snel jaloers en vind zichzelf niet erg mannelijk. Eigenlijk is er geen één persoon in
Van oude menschen die echt optimistisch is ingesteld: iedereen lijkt als het ware opgezadeld te zijn met de dingen die door een eerdere generatie zijn gedaan. De drie oude mensen voelen zich schuldig, net als de mensen die het wisten en hun mond hebben gehouden.

Er is aandacht voor het determinisme: het lot van de mens wordt bepaald door de factoren erfelijkheid, opvoeding en milieu. Dit komt niet letterlijk terug in het boek, maar je hebt wel het gevoel dat de personages niet kunnen ontsnappen aan hun noodlot en elke poging daartoe gedoemd is te mislukken. Ontnuchtering is ook een belangrijk aspect. In dit boek is er sprake van een zeer geleidelijke ontgoocheling, steeds meer mensen komen achter het afschuwelijk geheim dat ze eigenlijk nooit achter deze ‘lieve, oude mensjes’ hadden gezocht. Er is veel aandacht voor de sociale omgeving: het boek beschrijft het leven van een hele familie, de meest directe sociale omgeving die er is. In het boek wordt een seculier wereldbeeld geschetst. De paar familieleden die erg met geloof bezig zijn, worden een beetje belachelijk gemaakt en aan de kant geschoven, niemand neemt ze echt serieus. Het breken met taboes over seksualiteit vind ik niet heel duidelijk naar voren komen. Er is wel iemand die wat ‘schunnige literatuur’ in zijn boekenkast heeft staan en grootmama Ottilie heeft seks buiten haar huwelijk, maar er wordt verder helemaal niet over seks geschreven. Er woorden veel bijzondere woorden gebruikt waarvan ik denk dat er neologismen tussen zitten, maar dit vond ik erg moeilijk omdat er ook veel ouderwetse woorden in het boek staan. Voor mij was het soms moeilijk om te bepalen of zo’n woord op het moment van schrijven nou nieuw bedacht was of juist heel gewoon.
Ik denk dat dit boek heel erg aansluit bij het naturalisme. Zo’n beetje alle kenmerken van het naturalisme komen terug in dit boek. Voor zover ik weet zijn vrijwel alle boeken die Couperus heeft geschreven naturalistisch. Ik vind dat dit boek voor een 9 op een schaal van 10 aansluit op het naturalisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten